Kritiek leveren heet makkelijk te zijn. Je kunt immers op je gemak observeren wat er gaande is en vervolgens, ongehinderd door praktische bezwaren, bedenken dat er een betere oplossing moet zijn… Een slimmere. Goedkopere. Mooiere. Er is altijd wat.
Terugkijken is sowieso al makkelijker dan middenin een probleem bedenken wat je eraan kan doen.
Nu ben ik niet heiliger dan het gemiddelde boontje dat rondloopt, dus ook ik vind bij voortduring wel iets over wat-dan-ook.
Het irritante aan mij is echter dat ik op een gegeven moment ga proberen ‘een betere oplossing’ te bedenken. Het is niet te stoppen. Want ik heb eisen, en die zijn hoog. Te hoog hoor ik vaak genoeg, maar aan mijn kant van het verhaal vind ik ze alleen maar logisch.
Voor je het weet, bedenk ik dus dat iets niet lekker functioneert. En probeer ik daarvoor een oplossing te verzinnen. Soms blijk ik dermate onkundig in het bedenken van een beter werkend alternatief, dat ik zowaar leer leven met de tamme constructie waaraan ik me eerder kapot ergerde. Win-win dus.
En zo bevond ik me recent in de keuken van de proefwoning van mijn woningtype.
10 cm meer

Ik heb nu een extreem compacte keuken – het zal bekend zijn. De proefkeuken oogt leger en breder en heeft een fors groter keukenblok. Als ik naar het prettig hogere aanrecht kijk, valt me opeens op hoe diep dat is. Ligt dat aan mij? Ik pak de rolmaat erbij. Het aanrechtblad meet 60 cm diep. Thuis blijkt het 50 cm. Ah, dat verklaart iets.
Waarom krijg ik een 10 centimeter dieper aanrecht? Omdat het standaard is – natuurlijk, dat weten we nu wel. Maar… krijg ik dan ook een 10 centimeter dieper keukenkastje? Ook dit meet ik na. Mijn huidige keukenkastje blijkt 40 centimeter diep, de nieuwe een dikke 50 cm. Intrigerend. Alles wat ik achterin mijn huidige kastjes wegberg is al onbereikbaar. Wat zal ik niet aan extra spullen overjarig laten worden in deze diepere versie?!
Ik besluit meteen dat dit potentiële probleem een oplossing behoeft.
Grote, diepe, keukenlades lijken mij wenselijk. Dat je als het ware je halve kastje naar je toe kan trekken om dat van bovenaf eens kritisch te doorgronden. Doe mij maar.
Dat gaat niet gebeuren natuurlijk.
Dit is sociale woningbouw. Het is nog niet eens een optie tegen bijbetaling.
Helder – buiten mijn macht – niet meer aan denken.
Heb ik wat aan dat diepere aanrechtblad dan?
Ik mijmer. Je kan er wellicht spullen op kwijt achteraan? Zal wel rommelig ogen.
Dan valt mijn oog op de gootsteen. Waarom lijkt die niet ook groter? Daar is nu toch extra ruimte voor?
Verhip

Er zit een kraan achter de gootsteen. Noem mij simpel, maar… Hoewel ik weet dat ze daar normaal zitten, bij anderen, kwam het niet bij mij op, dat dat ook bij mij zou kunnen. Nooit over nagedacht eigenlijk.
Mijn oordeel-vormend vermogen slaat meteen weer toe. Voor ik het half in de gaten heb, denk ik: ‘niet echt ruimtebesparend, deze optie. Die kraan in zijn eentje kost al 10 cm ruimte’. Ik kan er niets aan doen: als je gewend bent klein te leven, tel je elke centimeter automatisch.
Met zo’n diep aanrechtblad in mijn huidige keuken, zou ik meteen klem zitten tussen het aanrecht en de koelkast.
Kijk! Een extra reden waarom die koelkast daar niet meer mag staan straks. Het verklaart ook waarom er zo gezeurd werd over het al dan niet open kunnen van keukenkastjes. Keukenkastjes kunnen bij mij open omdat ik nog de originele keuken heb. Waar die is vervangen door iets van de nieuwe afmetingen heb je inderdaad een probleem.
Huh. Ik ben weer bij en snap opeens veel meer.
Lastig zo’n kraan.
Er schiet me nog iets te binnen. Kranen weten niet altijd prettig houvast te vinden in hun aanrechtblad. Hier spreekt praktische ervaring. Mijn vriend heeft bij zijn moeder al diverse keren de kraan opnieuw moeten vastzetten in het blad. Ook bij hem thuis is zijn kraan een frustrerend geval dat weigert fijn mee te werken. En op de locatie van mijn vrijwilligerswerk zitten de kranen al los sinds dag één. Hmm… zit ie hier dan wel goed vast? Ik tik er met mijn wijsvinger zacht tegenaan. De hele constructie draait zich gewillig om – en los. Ai.
Ik heb dat probleem nooit eerder gehad.
Welk een luxe! Dat heb ik nooit op waarde geschat?! Mijn huidige kraan komt gewoon uit de boiler. De kraan daarvoor stak uit de geiser. Beide opties kunnen natuurlijk echt niet meer, anno nu, maar waren eigenlijk verhipte praktisch?
Wat mij betreft hadden ze een nieuwe kraan, zo uit de muur kunnen laten steken. Heerlijk bombestendig, recht uit het tegelwerk. Met de leidingen dan weggewerkt achter die tegeltjes hè? Dat is immers de normen nu.
O wacht. Leidingen infrezen. In plaats van suf achter een kastje en wasbak wegmoffelen. Da’s prijzig.
En waarschijnlijk kansloos.
Wat jammer. Ik had in gedachten al zo’n mooi mat-glanzend rosé-kleurige kraan aan de achterwand vastgeschroefd. Of een messing exemplaar – ook leuk. En weer eens wat anders. Super onhandig natuurlijk met de rest van je ‘accessoires’, dat wel. Onrealistisch ook: als huurder heb je nul keuze qua kranen. Ook als koper valt de keuze tegen merk ik bij een snelle Google zoekactie.
Wel, dat is mooi dan. Ik wist niet eens dat ik een mening over kranen had, maar het is me weer probleemloos gelukt om tegendraads te zijn. Fijn…
Mijn inzicht schrijdt verder
Maar dan snap ik opeens het type aanrechtblad waar de Corporatie voor gekozen heeft?! Het is een dikke plaat verlijmde houtlaagjes met een plastic coating die niet tegen hitte kan. Dit leek me een onhandige keuze voor een keuken. Ook al omdat recyclebaarheid belangrijk zou moeten zijn in deze renovatie. Of is in plastic gestoken verlijmd hout echt zoveel makkelijker te recyclen dan roestvrijstaal?
Het dunne laagje metaal dat ik nu als aanrecht heb zal mogelijk leuker recyclen, maar lijkt me te dun voor het stevig monteren van een kraan. Verdorie. En ik heb, en weet, van geen opties.
Er zit een lacune in mijn kennis; maar ik laat dat maar even.
Oordelen vanaf de zijlijn is misschien makkelijker. Maar als je wat mijmert zie je dat alles aan elkaar vasthangt en zowel voordelen als nadelen heeft. Als je de vraag maar juist stelt, is elke oplossing
☑ geschikt
☑ ongeschikt.